Vermogensbeheerders werken veelal met een kostenmodel waarbij een procentuele vergoeding wordt geheven over het belegde vermogen. Maar dat is niet altijd eerlijk, stelt toezichthouder AFM.

Vermogensbeheerders die geld beleggen voor klanten, gaan er impliciet vanuit dat een klant met meer geld, meer aandacht en tijd vraagt. Ten minste, dat suggereert het kostenmodel dat veelal gebaseerd is op een procentuele vergoeding die gekoppeld is aan het belegde vermogen.

Maar financiële toezichthouder AFM betwijfelt of dat wel eerlijk is. “Kost een klant met een vermogen van 300 duizend euro daadwerkelijk drie keer mee werk en verantwoordelijkheid dan een klant van 100 duizend euro?”, stelt de woordvoerder van de AFM donderdag tegenover Het Financieele Dagblad.

Vermogensbeheer: vergoeding op uurbasis?

Volgens de AFM kunnen vermogensbeheerders beter overstappen op vaste vergoedingen, omdat die beter laten zien welke kosten de vermogensbeheerder precies maakt. Procentuele vergoedingen kunnen wat dit betreft versluierend werken.

Sinds begin dit jaar zijn vermogensbeheerders en tussenpersonen al gedwongen tot grotere transparantie door de invoering van het zogenoemde provisieverbod. Daarbij moeten vergoedingen voor het bemiddeling bij het aanbieden van bijvoorbeeld beleggingsfondsen apart worden afgerekend en mag de vermogensbeheerder geen commissie meer ontvangen van een fondsenaanbieder die zijn fondsen in het schap heeft liggen.

Vermogensbeheerders reageren tegenover het FD niet enthousiast op de suggestie van de toezichthouder om over te stappen naar betaling op uurbasis.

Volgens de Vereniging van Vermogensbeheerders- en Adviseurs is het redelijk dat klanten met meer geld meer betalen, omdat het aansprakelijkheidsrisico voor de beheerder groter is. "Er moet een risico-opslag in het tarief zitten, want als er een keer een claim komt van een klant, zal die hoger zijn als het beheerde bedrag hoger is", aldus voorzitter Theo Andringa tegenover het FD.

Lees ook

Indexfondsen: prijzenslag op markt voor simpel beleggen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl